Tussen kerst en oud op nieuw volgde ik een wintercourse over intuïtie bij de School of Life. In deze cursus werd intuïtie vanuit psychologisch, filosofisch en cultureel perspectief benaderd. Globaal zijn er twee stromingen in het denken over intuïtie. De eerste stroming ziet intuïtie als het onbewust gebruik van aanwezige kennis en ervaring. Op basis van deze impliciete kennis en ervaring weet je meteen wat er aan de hand is of in welke richting je een oplossing moet zoeken. Denk aan het niet pluis of juist wel pluis gevoel van artsen. De tweede stroming ziet intuïtie meer als iets spiritueels. Inzichten hangen als het ware in de lucht en komen tot je als je je ervoor open stelt. Denk aan de flow, waarin kunstenaars een schilderij of een boek creëren.

Open staan

Beide stromingen zijn het erover eens dat je wel open moet staan voor je intuïtie. Als je ontspannen en uitgerust bent, zullen je eerder dingen invallen dan als je heel druk bent. De beste ideeen komen niet voor niets vaak onder de douche of tijdens een lange wandeling.

Nobelprijswinnaars

Opvallend vond ik dat ook Nobelprijswinnaars aangeven dat zij hun intuïtie benutten. Zij weten op basis van hun intuïtie dat de oplossing in een bepaalde hoek moet zitten en doen vervolgens experimenten in die hoek.

Onderbouwing

Intuïtie is niet heilig. Je intuïtie kan aangeven in welke richting je een probleem of een oplossing moet zoeken. Maar intuïtie kan ook gebaseerd zijn op vooroordelen of verkeerde veronderstellingen. Daarom is het aan te raden om je intuïtie altijd te toetsen. Neem je intuïtie serieus, maar onderbouw of toets het probleem of je oplossing vervolgens ook met analytische, beredeneerde en onderbouwde argumenten.

Categorieën: Uncategorized